We gaan de volgende configuratiebestanden aanpassen:
/etc/profile /etc/bashrc .bashrc
.bashrc .bash_profile .bash_logout .inputrc .less .lessrc .xinitrc
.fvwmrc .fvwm2rc95 .Xmodmap .Xmodmap.num .Xdefaults .jedrc
.abbrevs.sl .joerc .emacs
.
Voeg geen gebruikers toe totdat je de systeemconfiguratie klaar hebt;
je plaatst bestanden beginnend met een punt in
/etc/skel.
Na de kernel het belangrijkste stukje software. Voor het aanpassen van
het functioneren van bash
zijn de belangrijkste te wijzigen
bestanden:
$HOME/.bashrc
bevat gebruikersaliassen en functies;
$HOME/.bash_profile
bevat gebruikersomgevingszaken
en opstartprogramma's;
$HOME/.inputrc
bevat key bindings en andere kleine zaken.
Voorbeelden van deze bestanden worden hieronder gegeven. Als eerste de allerbelangrijkste: /etc/profile. Het wordt gebruikt om veel van de features in je Linux box te configureren, zoals je in de volgende secties zult zien. Let alsjeblieft op de (achterwaartse) aanhalingstekens!
# /etc/profile # Systeemomvattende omgeving en opstartprogramma's # Functies en aliassen gaan in /etc/bashrc # In dit bestand worden de volgende features en programma's ingesteld: # path, prompts, een paar omgevingsvariabelen, colour ls, less, # rxvt, functioneren van de Backspace toets, xterm titel. # # Gebruikers kunnen deze instellingen overschrijven en/of anderen toevoegen in # $HOME/.bash_profile # als eerste: root of normale gebruiker? Stel dienoverenkomstig PATH en # umask in. Het PATH wordt normaal gesproken door login(1) ingesteld, maar # wat als je de computer benaderd via ssh? if [ $(id -gn) = $(id -un) -a $(id -u) -gt 14 ]; then umask 002 # normale gebruiker PATH="/usr/local/bin:/bin:/usr/bin:." else umask 022 # root PATH="/sbin:/bin:/usr/sbin:/usr/bin" fi # Breid nu het PATH uit. PATH="$PATH:/usr/X11R6/bin:$HOME/bin:." # !!! Let op ./ !!! # stel de gebruiker in kennis: login of geen login shell. # Bij een loginshell is de prompt blauw, anders is het magenta. # Root's prompt is root. # Zie de Colour-ls mini HOWTO voor een uitleg van deze escape codes. USER=$(whoami) if [ $LOGNAME = $USER ] ; then COLOUR=44 # blue else COLOUR=45 # magenta fi if [ $USER = 'root' ] ; then COLOUR=41 # red PATH="$PATH:/usr/local/bin" # mijn keuze fi ESC="\033" PROMPT='\h' # hostnaam STYLE='m' # gewoon # PROMPT='\u' # gebruikersnaam # STYLE=';1m' # benadrukt PS1="\[$ESC[$COLOUR;37$STYLE\]$PROMPT:\[$ESC[37;40$STYLE\]\w\\$ " PS2="> " # Ulimits: geen geheugendumps, max bestandsgrootte 200 Mb. ulimit -c 0 -f 200000 # een paar variabelen USER=$(id -un) LOGNAME=$USER MAIL="/var/spool/mail/$USER" # sendmail, postfix, smail # MAIL="$HOME/Mailbox" # qmail NNTPSERVER=news.myisp.it # wijzig dit VISUAL=jed EDITOR=jed HOSTNAME=$(/bin/hostname) HISTSIZE=1000 HISTFILESIZE=1000 export PATH PS1 PS2 USER LOGNAME MAIL NNTPSERVER export VISUAL EDITOR HOSTNAME HISTSIZE HISTFILESIZE # activeer ls in kleur eval $(dircolors /etc/DIR_COLORS -b) export LS_OPTIONS='-s -F -T 0 --color=yes' # less aanpassen LESS='-M-Q' LESSEDIT="%E ?lt+%lt. %f" LESSOPEN="| lesspipe.sh %s" LESSCHARDEF=8bcccbcc13b.4b95.33b. # toon kleuren in ls -l | less # LESSCHARSET=latin1 PAGER=less export LESS LESSEDIT LESSOPEN VISUAL LESSCHARDEF PAGER # wellicht dat je dit moet corrigeren voor de backspace in rxvt/xterm stty erase ^H # alternatief: ^? # stel de titel in van xterm: volledig pad case $TERM in xterm*|rxvt) PROMPT_COMMAND='echo -ne "\033]0;${USER}@${HOSTNAME}: ${PWD}\007"' ;; esac for i in /etc/profile.d/*.sh ; do if [ -x $i ]; then . $i # let op - variabelen en aliassen zouden kunnen worden overschreven! fi done # roep fortune aan, als dit beschikbaar is if [ -x /usr/games/fortune ] ; then echo ; /usr/games/fortune ; echo fi
Dit is een voorbeeld van /etc/bashrc:
# /etc/bashrc # Systeemomvattende functies en aliassen # Omgevingszaken gaan in /etc/profile # Voeg hier PS1 definities in als je problemen ervaart. export CDPATH="$CDPATH:~" # common aliases alias cp='cp -i' alias l=less alias ls="ls $LS_OPTIONS" alias mv='mv -i' alias rm='rm -i' alias rmbk='/bin/rm -f .*~ *~ *aux *bak *log *tmp 2> /dev/null' alias u='cd ..' alias which="type -path" alias x=startx # Een paar handige functies c () # cd naar de nieuwe directory en toon de inhoud ervan { cd $1 ; ls } inst() # Installeer een .tar.gz archief in de huidige directory { if [ $# != 0 ]; then tar zxvf $1; fi } cz() # Toon de inhoud van een .zip archief { if [ $# != 0 ]; then unzip -l $*; fi } ctgz() # Toon de inhoud van een .tar.gz archief { for file in $* ; do tar ztf ${file} done } tgz() # Maak een .tgz archief a la zip. { if [ $# != 0 ]; then name=$1.tar; shift; tar -rvf ${name} $* ; gzip -9 ${name} fi } crpm() # toon informatie over een .rpm bestand { if [ $# != 0 ]; then rpm -qil $1 | less; fi }
Dit is een voorbeeld .bashrc
:
# $HOME/.bashrc # Source globale definities if [ -f /etc/bashrc ]; then . /etc/bashrc fi # dit is nodig om de gebruiker opmerkzaam te maken dat ze zich bevinden in # een niet login shell if [ "$GET_PS1" = "" ] ; then COLOUR=45; ESC="\033"; STYLE=';1m'; # STYLE='m' USER=$(whoami) export PS1="\[$ESC[$COLOUR;37$STYLE\]$USER:\[$ESC[37;40$STYLE\]\w\\$ " fi # persoonlijke aliassen alias backup='tar -Mcvf /dev/fd0' alias dial='eznet up myisp' alias f='cd ~/fortran' alias hangup='eznet down' alias lyx='lyx -width 580 -height 450' alias restore='tar -M -xpvf /dev/fd0' # persoonlijke functies xj() # Start xjed en een bestand in de achtergrond { xjed $1 & }
Dit is een voorbeeld .bash_profile
:
# $HOME/.bash_profile # Gebruikers specifieke omgeving en opstartprogramma's # Dit bestand bevat gebruikersgedefinieerde instellingen die de instellingen # in /etc/profile overschrijven. # Haal de gebruikersaliassen en functies op if [ -f ~/.bashrc ]; then GET_PS1="NO" # de kleur van de prompt niet wijzigen . ~/.bashrc fi # stel een paar `default' directory's in export CDPATH="$CDPATH:$HOME:$HOME/text:$HOME/text/geology"
Dit is een voorbeeld .inputrc
:
# $HOME/.inputrc # key bindings "\e[1~": beginning-of-line "\e[3~": delete-char "\e[4~": end-of-line # (F1 .. F5) are "\e[[A" ... "\e[[E" "\e[[A": "info \C-m" set bell-style visible # beep alsjeblieft niet set meta-flag On # sta 8-bit invoer toe (d.w.z. accenttekens) set convert-meta Off # strip 8-bit tekens niet set output-meta On # toon 8-bit tekens correct set horizontal-scroll-mode On # scroll lange opdrachtregels set show-all-if-ambiguous On # nadat TAB is ingedrukt
Om ervoor te zorgen dat de backspace en delete toetsen in xterm
en andere X11 applicaties juist werken, is tevens het volgende nodig:
.xinitrc
:
usermodmap=$HOME/.Xmodmap
xmodmap $usermodmap
.Xmodmap
staan:
keycode 22 = BackSpace
keycode 107 = Delete
dit corrigeert de console. Voor het corrigeren van xterm
:
.Xdefaults
:
xterm*VT100.Translations: #override <Key>BackSpace: string(0x7F)\n\
<Key>Delete: string(0x1b) string("[3~")\n\
<Key>Home: string(0x1b) string("[1~")\n\
<Key>End: string(0x1b) string("[4~")\n\
Ctrl<Key>Prior: string(0x1b) string("[40~")\n\
Ctrl<Key>Next: string(0x1b) string("[41~")
nxterm*VT100.Translations: #override <Key>BackSpace: string(0x7F)\n\
<Key>Delete: string(0x1b) string("[3~")\n\
<Key>Home: string(0x1b) string("[1~")\n\
<Key>End: string(0x1b) string("[4~")\n\
Ctrl<Key>Prior: string(0x1b) string("[40~")\n\
Ctrl<Key>Next: string(0x1b) string("[41~")
rxvt
is wat gecompliceerder, aangezien een aantal opties op te geven
tijdens de compilatie het functioneren beïnvloeden.
Zie /etc/profile hiervoor.
Meer info in bash
(1) en readline
(3) man pages.
Verwacht niet dat iedere applicatie juist werkt!
Als je joe
bijvoorbeeld in xterm
draait, werken een aantal
toetsen niet; hetzelfde geldt voor een aantal versies van
rxvt
.
(Deze sectie is niet van toepassing voor gebruikers met Engels als moedertaal).
A.l.a. ``internationalisatie''. Gasp. Dit lange woord betekent ``Linux aanpassen aan lokale conventies: taal, datumformaat, valuta enz.''.
Alhoewel Red Hat een eigen methode heeft om i18n middels
(/etc/sysconfig/i18n) in te stellen, wil je de taal misschien
wel slechts in een paar situaties aanpassen.
Mijzelf als voorbeeld nemend, activeer i18n in kdm
(via kdmconfig
) en xfce
, maar wil Engelse berichten
lezen als ik onder de console of in een xterm werk.
Kijk eens naar de volgende regels:
LANG=it # kies je taal: fr, de, es, ...
LANGUAGE=it
LC_ALL=it
export LANG LANGUAGE LC_ALL
Als je ze in .xinitrc
of .xsession
plaats, net voor
de regel waarin de window manager wordt opgestart, krijg je internationale
berichten - inclusief die in xterms die vanuit de window manager worden
opgestart. Maar als je liever Engelse berichten krijg, stel de taal dan in
op ``en'' en plaats dezelfde regels in
.bash_profile
.
ls
kan directorylistings in kleur weergeven om verschillende
type bestanden te belichten. Hiervoor heb je slechts een paar regels
nodig in /etc/profile. Dit werkt echter niet met oude versies
van rxvt
; gebruik in plaats daarvan een of andere variant van
xterm
.
Het ziet er naar uit dat een aantal oude rxvt
s een bug bevatten
waarbij in een aantal omstandigheden de omgeving niet juist wordt geërfd.
Met deze uitstekende pager kun je niet alleen door gewone tekstbestanden bladeren, maar ook door die met gzip gecomprimeerd, tar en zip archieven, man pages, en wat je ook maar hebt. De configuratie ervan beslaat een aantal stappen:
.lesskey
aan voor in je homedirectory:
^[[A back-line
^[[B forw-line
^[[C right-scroll
^[[D left-scroll
^[OA back-line
^[OB forw-line
^[OC right-scroll
^[OD left-scroll
^[[6~ forw-scroll
^[[5~ back-scroll
^[[1~ goto-line
^[[4~ goto-end
^[[7~ goto-line
^[[8~ goto-end
start dan de opdracht lesskey
. (Dit zijn escape sequences voor
op vt100 lijkende terminals.) Hiermee wordt een binair bestand .less
aangemaakt met de key bindings.
#!/bin/sh # Dit is een preprocessor voor 'less'. Het wordt gebruikt wanneer de # omgevingsvariabele van `less' is gezet: # LESSOPEN="|lesspipe.sh %s" lesspipe() { case "$1" in *.tar) tar tf $1 2>/dev/null ;; # Bekijk de inhoud van .tar en .tgz bestanden *.tgz|*.tar.gz|*.tar.Z|*.tar.z) tar ztf $1 2>/dev/null ;; *.Z|*.z|*.gz) gzip -dc $1 2>/dev/null ;; # Bekijk gecomprimeerde files correct *.bz2) bzip2 -dc $1 2>/dev/null ;; *.zip) unzip -l $1 2>/dev/null ;; # Bekijk archieven *.arj) unarj -l $1 2>/dev/null ;; *.rpm) rpm -qpil $1 2>/dev/null ;; *.cpio) cpio --list -F $1 2>/dev/null ;; *.1|*.2|*.3|*.4|*.5|*.6|*.7|*.8|*.9|*.n|*.l|*.man) FILE=`file -L $1` FILE=`echo $FILE | cut -d ' ' -f 2` if [ "$FILE" = "troff" ]; then groff -s -p -t -e -Tascii -mandoc $1 fi ;; *) file $1 | grep text > /dev/null ; if [ $? = 1 ] ; then # het is niet een of andere tekst strings $1 fi ;; esac } lesspipe $1
chmod 755 lesspipe.sh
.
less
in
/etc/profile.
Slechts de populairste zullen hier worden behandeld.
Ik gebruik zelden emacs
, dus heb ik slechts een paar tips voor je.
Een aantal emacs
distributies worden niet voorgeconfigureerd geleverd
met kleuren en het benadrukken van de syntax.
Plaats dit in .emacs
:
(global-font-lock-mode t)
(setq font-lock-maximum-decoration t)
Dit werkt alleen onder X11. Bovendien voeg je de volgende regel toe voor geaccentueerde tekens:
(standard-display-european 1)
Ik zal het aan jou overlaten om alle documentatie van emacs
zorgvuldig door te lezen om uit te zoeken hoe je het naar behoefte aan kunt
passen --- mogelijkerwijs, kan het hacken een aantal maanden in beslag nemen.
De Dotfile generator (Sectie
Configuration Software) is hierbij een goede hulp.
Een aantal versies van joe
werken in console niet met kleuren en
ook werken een aantal speciale toetsen niet.
Een snelle en niet zo'n mooie (en onelegante) oplossing voor het eerder
genoemde probleem is dit:
~$ export TERM=vt100
~$ joe myfile
(edit your file)
~$ export TERM=linux
Om de speciale toetsen werkend te krijgen, hoef je slechts
.jstarrc
of je favoriete emulatie te wijzigen; je kunt beginnen bij
de systeemomvattende configuratiebestanden in /usr/lib/joe.
Zoek naar de vierde sectie (key bindings). Hiermee worden Home en End
geactiveerd:
bol ^[ [ 1 ~ Ga naar het begin van de regel
eol ^[ [ 4 ~ Ga naar het einde van de regel
Je kunt achter de gewenste ESC sequences komen door het typen van
cat
gevolgd door de speciale toetsen.
Dit is mijn favoriete editor: het doet wat het moet doen, het is lichter
en eenvoudiger te configureren dan emacs
, en emuleert
tamelijk goed andere editors.
Veel gebruikers op de universiteit waar ik zit maken gebruik van
jed
om EDT
, VMS' systeemeditor te emuleren.
De configuratiebestanden van jed
zijn .jedrc
en
/usr/lib/jed/lib/*; de eerstgenoemde kan worden aangepast
vanuit jed.rc
in de laatstgenoemde directory.
xjed
de DEL toets niet herkent, voeg dan
de volgende regels toe aan .jedrc
:
#ifdef XWINDOWS
x_set_keysym (0xFFFF, 0, "\e[3~");
setkey (``delete_char_cmd'', "\e[3~");
#endif
.jedrc
aan te passen
om ervoor te zorgen dat jed
EDT
(of andere editors) emuleert.
ALs je wilt dat de `+
' op het numerieke toetsenblok woorden
verwijdert in plaats van een enkel teken, voeg het volgende dan toe aan
.jedrc
:
unsetkey("\eOl");
unsetkey("\eOP\eOl");
setkey("edt_wdel", "\eOl");
setkey("edt_uwdel", "\eOP\eOl");
na de regel met () = evalfile("edt")
(of vergelijkbaar);
.Xmodmap
om ervoor te zorgen dat
xjed
het numerieke toetsenblok voor EDT
emulatie gebruikt:
keycode 77 = KP_F1
keycode 112 = KP_F2
keycode 63 = KP_F3
keycode 82 = KP_F4
keycode 86 = KP_Separator
xjed
gebeurt door het toevoegen
van regels zoals de volgende in .Xdefaults
:
xjed*Geometry: 80x32+150+50
xjed*font: 10x20
xjed*background: midnight blue
# enzovoort...
$HOME/.abbrevs.sl (je kunt deze naam wijzigen door het invoegen
van variable Abbrev_File = "/usr/lib/jed/abbrev.sl";
in .jedrc
):
create_abbrev_table ("Global", "0-9A-Za-z");
define_abbrev ("Global", "GG", "Guido Gonzato");
create_abbrev_table ("TeX", "\\A-Za-z0-9");
define_abbrev ("TeX", "\\beq", "\\begin{equation}");
define_abbrev ("TeX", "\\eeq", "\\end{equation}");
% and so on...
en typ ESC x abbrev_mode
om het te activeren.
Voeg aan .jedrc
de volgende regels toe om afkortingen standaard
te activeren:
define text_mode_hook ()
{
set_abbrev_mode (1);
}
%
define fortran_hook ()
{
set_abbrev_mode (1);
use_abbrev_table ("Fortran");
}
% enzovoort...
Wijzig de globale configuratie in /usr/lib/pine.conf, let daarbij
op z'n minst op de volgende velden: user-domain
,
smtp-server
, en nntp-server
. Merk op dat
inbox-path
afhankelijk is van je MTA: als je sendmail
of
postfix
gebruikt, is dat var/spool/mail/$USER
; met Qmail,
/home/$USER/Mailbox (maar root maakt gebruik van
/var/qmail/alias/Mailbox.
Gebruikers kunnen geen gebruik maken van minicom
tenzij door root
een globale configuratie is ingesteld. Denk eraan het aan te maken.
Dit package is waarschijnlijk het meest comfortabel voor het eenvoudig zenden/ontvangen van faxen. Je moet het script /usr/bin/fax of (mandrake) /etc/fax.config aanpassen; eenvoudige taak, maar een paar grillen bezorgde me hoofdpijn:
at+fclass=?
uit te voeren. Het antwoord kan iets zijn als
0,1,2
; 1 en 2 zijn de classes die door je modem worden ondersteund;T
' of `P
' in een aantal landen niet werkt (tenminste, in
Italië)
Schrijf in plaats daarvan `ATDT
' of `ATDP
';-i
'
en `-k
', benodigd voor efax
. Als je een AT commando toe wilt
voegen, voeg het dan toe aan de daarvoor geschikte string en laat
`AT
' weg, en laat de rest voorafgaan met `-i
' of `-k
'.
Voorbeeld: toevoegen van het `ATX3
' commando aan INIT,
voeg `-iX3
' toe.Als je dat hebt gedaan, zijn er een paar permissies te herstellen die
niet-root gebruikers toestaan faxen te sturen en te ontvangen. De directory's
/var/lock en /var/spool/fax moeten schrijfbaar zijn.
Om dit te doen, maak je een groep faxusers
aan, voegt er gebruikers
aan toe en tikt dan in:
~# chown root.faxusers /var/lock
~# mkdir /var/spool/fax # als het nog niet bestaat
~# chown root.faxusers /var/spool/fax; chmod g+w /var/spool/fax
Als een normale gebruiker roep je voor het zenden van een fax de opdracht
newgrp faxusers
aan.
Dit essentiële hulpmiddel leidt aan een kleine onhebbelijkheid. In het bezit
van de wel-bekende export reglementen in de USA, werkt het utility
pdf2ps
niet op versleutelde .pdf-bestanden. Doet er niet toe: richt
je browser op
http://www.ozemail.com.au/~geoffk/pdfencrypt,
download het bestand pdf_sec.ps
en zet het in plaats van het
bestand met dezelfde naam dat met de distributie van Ghostscript wordt
meegeleverd.
De ``root'' van een TeX systeem is de directory $TEXMF, in teTeX is dit /usr/share/texmf; voor andere distributies is dit mogelijk anders (zoek op je systeem naar ``texmf''). Normaal gesproken voeg je dingen toe of knoei je wat met de bestanden.
Om PostScript afbeeldingen of TeX bestanden die in subdirectory's staan op te nemen, is het comfortabel om het zoekpad van TeX uit te breiden door hier subdirectory's in op te nemen. Plaats deze opdracht in .bash_profile:
export TEXINPUTS="$HOME/mylib::./figures"
wat maakt dat TeX in $HOME/mylib
zoekt voordat het in de
standaarddirectory's gaat zoeken, en daarna in
de directory ./figures
.
Voor het configureren van afbreekpatronen in je taal, wijzig je het bestand $TEXMF/tex/generic/config/language.dat, en geeft dan op:
~# texconfig init ; texconfig hyphen
Zelfs al schrijf je niets in de Engelse taal, verwijder dan niet het veld ``english''; TeX verslikt zich zonder.
Het te wijzigen bestand om dvips
aan te passen is
$TEXMF/dvips/config/config.ps. Wees je ervan bewust dat
de velden betreffende de standaardresolutie ook effect hebben op het
functioneren van xdvi
; als je hinderlijke pogingen ervaart iedere
keer dat je het draait fonts aan te maken, plaats dan de regel
XDvi*mfmode:
in .Xdefault
. Dit zou moeten helpen.
Extra LaTeX packages zijn beschikbaar vanaf je dichtsbijzijnde CTAN (Comprehensive TeX Archive Network) mirror site, b.v. ftp://ftp.dante.de/pub/tex. Pak het package uit onder $TEXMF/tex/latex.
Als geen .sty bestand bestaat, start dan de opdracht
latex newstyle.ins
of
latex newstyle.dtx
om het aan te maken, voer vervolgens de opdracht
texhash
uit, zodat teTeX het nieuwe package herkent.
Ik neem aan dat er in je kernel PPP + TCP/IP ondersteuning is gecompileerd,
dat loopback is geactiveerd, en dat je reeds het pppd
package correct hebt geïnstalleerd en, naar wens als, suid root.
Uiteraard moet je ISP PPP ondersteunen.
Er zijn nu twee manieren om PPP aan de gang te krijgen: a) handmatige configuratie, en b) een configuratie programma dat het automatisch herkent. Welke optie je ook kiest, zorg dat je de volgende informatie bij de hand hebt:
Handmatige configuratie is geestdodend werk. Het betreft het wijzigen van bestanden en het schrijven van scripts; niet te veel werk, maar je maakt gemakkelijk fouten en nieuwkomers schrikken ervan terug. Hiervoor is de PPP HOWTO. Als alternatief bestaan er hulpmiddelen die om de hierboven genoemde informatie vragen en je al het werk uit handen nemen.
Gnome en KDE bevatten respectievelijk gnome-ppp
en kppp
welke eenvoudig genoeg zijn om in te stellen. Ik raad je aan dat je ook
eens kijkt naar een aantal tools die zijn gebaseerd op tty,
wvdial
en eznet
. Je voert het telefoonnummer van je ISP,
je gebruikersnaam en je wachtwoord in, en je hebt je taak volbracht.
Hun homepages zijn te vinden op
http://www.worldvisions.ca/wvdial en
http://www.hwaci.com/sw/eznet. Beide zijn zeer goed, maar mijn
voorkeur gaat uit naar de laatstgenoemde.
Maak als eerste als volgt een /etc/resolv.conf bestand aan:
naamserver w.x.y.z
waar je het adres van de naamserver van je ISP invult.
Voor het aanmaken van een account met
eznet
, geef je de volgende opdracht:
#~ eznet add service=YOUR_ISP user=NAME password=PASSWORD phone=PHONE
waarmee het bestand /var/eznet/eznet.conf wordt aangemaakt,
met als eigenaar root.root en permissies 600; chmod in 666 als je wilt dat
het voor iedereen leesbaar is.
Probeer nu bij je ISP in te bellen met eznet up JE_ISP
.
Probeer het volgende commando, als je modem blijft wachten op de kiestoon
en geen verbinding maakt:
#~ eznet change YOUR_ISP init0=atx3
Gebruik om op te hangen de opdracht eznet down
. Dat is alles!
De setup voor wvdial
is zelfs beknopter. Typ wvdialconf
/etc/wvdial.conf
, wijzig vervolgens het resulterende bestand door er
je gebruikersnaam, wachtwoord en telefoonnummer in op te nemen.
Probeer het uit met wvdial
, en duimen maar. Hang op met Ctrl-C
als je wilt stoppen.
Om mail van een POP3 server op te halen, heb je een POP-client nodig.
De meeste clients vereisen dat je een MTA zoals sendmail
,
qmail
of postfix
draaiende hebt; dit is wat overmatig
op goedkope computers. Er zijn echter clients die zonder een MTA werken.
De eerste soort is fetchmail
; de tweede fetchpop
of
frenchie
. Sites:
ftp://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/mail/pop,
http://www.lowcountry.com/~jscottb/tcltk.shtml.
Om deze clients te configureren:
fetchpop
: de eerste keer dat je het opstart,
zul je wat informatie op moeten geven. Beantwoord de vragen
en het is ingesteld. fetchpop
moet met de switch -r
worden gebruikt, als de POP3-server van je ISP het commando LAST niet
juist implementeert.frenchie
: als hierboven, wijzig
/.frenchie/frenchierc;
fetchmail
: pas dit voorbeeld van .fetchmailrc
aan:
# $HOME/.fetchmailrc
poll mbox.myisp.com with protocol pop3;
user john there with password _Loo%ny is john here
Een gebruiker meldde dat het toevoegen van ``smtphost localhost''
aan de tweede regel een enorme performance verbetering opleverde.
Je moet de permissies van dit bestand met het commando
chmod 600 .fetchmailrc
instellen, anders zal fetchmail
terecht weigeren op te starten.
Dit voorbeeld is echt een basis; er zijn eindeloze
configuratie-mogelijkheden.
Kijk het na op
http://www.ccil.org/~esr/fetchmail.
Je zal jezelf willen beschermen tegen spam of zeer grote mailberichten.
Er zijn twee situtaties:
1) permanente verbinding met het net, 2) een POP link. In de eerste
situatie kun je een .procmailrc
bestand schrijven, terwijl er
voor de tweede situatie tools zijn voor het controleren van de mail
voordat het wordt opgehaald.
Een zeer eenvoudig .procmailrc
waarin een aantal regels
worden definieerd:
# $HOME/.procmailrc
MAILDIR=$HOME/mail # zorg dat het bestaat
# Sla berichten gestuurd naar de mailinglist "foo" op in $HOME/mail/foo
:0
* ^To:.*foo
foo
# Verwerp berichten die niet expliciet naar mij of één van
# de mailinglijsten waarop ik mij heb aangemeld zijn gezonden.
:0
* !^TO(guido|jed|lugvr|ldp|nobody)
/dev/null
# idem voor berichten groter dan 50k.
:0
* > 50000
/dev/null
man procmailex
voor meer voorbeelden.
POP gebruikers willen wellicht gebruik maken van poppy
,
een nuttig Perl-script voor het controleren van mail voordat het wordt
opgehaald. Haal het vanaf
ftp://metalab.unc.edu/system/mail/pop.
Kom op, het is bij lange na niet meer zo moeilijk als het ooit was...
Alle grotere distributies hebben een tool voor het instellen van X11
(b.v. XConfigurator
, sax
, XF86Setup
, of in ieder
geval xf86config
).
Het configureren van X gaat tegenwoordig vrijwel automatisch,
maar het zou kunnen dat een paar videokaarten voor hoofdbrekers zorgen.
Kijk als eerste op de XFree86 site ( http://www.xfree86.org) of je videokaart wordt ondersteund. Als dit zo is, probeer dan deze procedure:
X_version_bin.tgz
, X_version_set.tgz
, en alle servers.
Te midden van andere programma's bevat het eerste archief het meest
bijgewerkte SuperProbe
;
X_version_bin.tgz
in een tijdelijke directory uit, cd
naar die directory en start ./SuperProbe
. Als je videokaart wordt
herkend bestaat de kans dat je het in zal kunnen stellen. Zo niet, dan pech;
X_version_set.tgz
vanaf
/usr/X11R6/, start vervolgens XF86Setup
.
Bij mij heeft dit altijd gewerkt, maar het kan zijn dat het voor jou anders uitpakt. Merk alsjeblieft op dat X11 meestal niet opstart omdat je de verkeerde specs voor je monitor koos! Start met conservatieve instellingen, d.w.z. 800x600 en 256 kleuren. Waarschuwing: deze bewerkingen zin gevaarlijk en kunnen je monitor beschadigen!
Als je kaart niet wordt ondersteund, kun je of: 1) wachten op de volgende versie van XFree86; 2) een commerciële X-server kopen; 3) een ondersteunde videokaart kopen.
We hebben hiervoor gezien hoe we een paar speciale toetsen werkend krijgen.
Het voorbeeldbestand .Xmodmap
werkt goed als je Xjed wilt gebruiken,
maar het maakt het numerieke toetsenbord onbruikbaar.
Je heb dan een ander config bestand nodig, wat we
.Xmodmap.num
zullen noemen:
! Definities zijn te vinden in <X11/keysymdef.h>
keycode 77 = Num_Lock
keycode 112 = KP_Divide
keycode 63 = KP_Multiply
keycode 82 = KP_Subtract
keycode 86 = KP_Add
keycode 79 = KP_7
keycode 80 = KP_8
keycode 81 = KP_9
keycode 83 = KP_4
keycode 84 = KP_5
keycode 85 = KP_6
keycode 87 = KP_1
keycode 88 = KP_2
keycode 89 = KP_3
keycode 90 = KP_0
keycode 91 = KP_Decimal
Zorg dat de volgende drie regels niet in /etc/X11/XF86Config voorkomen:
ServerNumLock
Xleds
XkbDisable
en als dit wel zo is, plaats er dan een commentaarteken voor.
Voor het heractiveren van het numerieke toetsenblok roep je de opdracht
xmodmap .Xmodmap.num
aan.
Om te worden begroet door een grafische login, wijzig je het bestand /etc/inittab, waarin een regel als de volgende zou moeten zijn opgenomen:
x:5:respawn:/usr/bin/X11/xdm -nodaemon # ook kdm of gdm
waar 5 het runlevel is dat met X11 correspondeert. Wijzig de regel waarin het standaardrunlevel wordt gedefinieerd (gewoonlijk 2 of 3), het wijzig het zoals in:
id:5:initdefault:
Het aantal kleuren wordt opgegeven in /etc/X11/xdm/Xserver:
:0 local /usr/X11R6/bin/X :0 -bpp 16 vt07 # eerste X-server, 65K kleuren
:1 local /usr/X11R6/bin/X :1 -bpp 32 vt08 # tweede X server, true color
Als je reeds een .xinitrc
hebt, kopieer dit dan naar
.xsession
en maak de laatste uitvoerbaar met
chmod +x .xsession
. Roep nu de opdracht
telinit 5
aan.
Zodra X werkt, zijn er eindeloze configuratiemogelijkheden; dit is afhankelijk van de in gebruik zijnde window manager, er zijn er tientallen om uit te kiezen. Meestal komt het neer op het wijzigen van één of meer ASCII-bestanden in je home-directory; in andere gevallen hoef je helemaal niets te wijzigen en maak je gebruik van een applet of een menu.
Wat voorbeelden:
$HOME/GNUstep
, en een gaaf configuratie applet;
Samengevat: als je het niet erg vindt een config bestand te wijzigen, kies
dan iets uit als icewm
, fvwm*
, blackbox
enz;
als het je wel iets uitmaakt, dan is de keuze thans beperkt tot
KDE, Gnome, WindowMaker, en Xfce. Email me als ik er naast zit.
Het is belanglijk een goed .xinitrc
te hebben. Een voorbeeld:
#!/bin/sh
# $HOME/.xinitrc
usermodmap=$HOME/.Xmodmap
xmodmap $usermodmap
xset s noblank # zet de screensaver uit
xset s 300 2 # screen saver start na 5 min
xset m 10 5 # stel de muisacceleratie in
rxvt -cr green -ls -bg black -fg white -fn 7x14 \
-geometry 80x30+57+0 &
if [ "$1" = "" ] ; then # default
WINMGR=wmaker
else
WINMGR=$1
fi
$WINMGR
Alhoewel het niet strict vereist schijnt te zijn, maak je het uitvoerbaar
met chmod +x .xinitrc
.
De .xinitrc
hiervoor laat je de window manager uitkiezen: probeer
$ startx startkde # of andere w.m.
Zoek uit waar de app-defaults directory is (het zou /usr/X11R6/lib/X11/app-defaults moeten zijn). Verscheidene apps bewaren hier een configuratiebestand.
Recente versies van XFree86 (zoals > 3.3.4) maken gebruik van een X Font Server welke PostScript Type 1 en True Type fonts ondersteunen, dus kun je gebruik maken van de overvloed aan beschikbare fonts op het net. Je volgt hiervoor een eenvoudige procedure.
Veronderstel dat je een verzameling Type 1 fonts download, b.v. Freefont ( ftp://ftp.gimp.org/pub/gimp/fonts/freefonts-0.10.tar.gz). Om het zichtbaar te maken aan de fontserver, pak je het archief uit in /usr/X11R6/lib/X11/fonts/. Wijzig dan het bestand /etc/X11/fs/config, voeg een veld toe met de nieuwe directory, en herstart de fontserver.
Als je je eigen font verzameling samenstelt, moet je de bestanden
fonts.dir
en fonts.scale
aanvullen; het hulpmiddel waarmee
je ze maakt is type1inst
, beschikbaar vanaf
http://http://goblet.anu.edu.au/~m9305357/type1inst.html.
Betreft de True Type fonts, groepeer ze in een directory van je keuze en
maak fonts.dir
aan met ttmkfdir > fonts.dir
, opgenomen
in het Freetype archief;
http://www.freetype.org. Ga dan verder
zoals hierboven beschreven. Als je bijvoorbeeld de Windowsfonts in
/mnt/win/windows/fonts wilt gebruiken, ga dan naar die
directory, start ttmkfdir
, wijzig /etc/X11/fs/config
en herstart de fontserver.
Het begon allemaal bij de oorspronkelijke True Type X fontserver: http://http://www.dcs.ed.ac.uk/home/jec/programs/xfsft/.
Als je klaar bent met het wijzigen van de dot files (bestanden die beginnen met een punt), kopieer deze dan naar /etc/skel zoals in Sectie Software Configuratie.
rpm
is zo'n prachtige methode om packages onder beheer te houden,
dat ik met weerzin .tar.gz archieven installeer, maar in slechts een
paar gevallen (b.v., beveiliging). Als je ooit een tar-archief installeert,
overweeg het dan om te zetten in een .rpm-archief, installeer het vervolgens
opnieuw; raadpleeg de RPM-HOWTO. Ik adviseer je het volgende in je
/etc/rpmrc
te plaatsen, als je gebruik maakt van moderne
gcc-versies
, zoals egcs
of pgcc
:
optflags: i386 -O2 -mpentiumpro
Als je je machine upgrade, maak dan zoals gewoonlijk een backup en denk er aan een aantal extra bestanden te bewaren. Een aantal daarvan zouden kunnen zijn /etc/X11/XF86Config, /usr/bin/fax, alles in /usr/local, de kernel configuratie, de volledige inhoud van /etc, en alle mail in /var/spool/mail.
Dan is het tijd applicaties te upgraden (in zeldzame gevallen, downgraden!) die met je distributie worden geleverd, en extra packages toe te voegen. Houd hier een lijst van bij.